Kan de nieuwe viercilinder de oude vijfcilinderroffel compenseren?
De Ford Focus ST is sinds de eerste generatie al een gewaardeerde hothatch. De scherpe besturing, fantastische wegligging en heerlijke motoren maken de ST tot een bruikbaar plezierapparaat. De tweede generatie kenmerkt zich door de 2.5 vijfcilinder. Een heerlijke motor die in de nieuwe Focus afgelost werd door een 2.0 viercilinder EcoBoost blok. Is dat een stapje terug, of hebben we niets te klagen? We gaan het uitzoeken, let the dynowar begin!
De 2.5T
Ford’s 2.5T blok wat we tegen komen in de tweede generatie Focus ST is afkomstig van Volvo. Het blok dat intern de code B5254T3 kreeg wordt gekenmerkt door zijn heerlijke vijfcilinderroffel. Een Bosch ME 9.0 ECU zorgt voor de aansturing van het blok, inspuiting gebeurt door middel van multipoint injectie en daarnaast is de vijfcilinder voorzien van variabele kleppen timing (Volvo’s VVT). Met 225 pk en 320 Nm zit de Focus binnen 6,8 seconden op de 100 km/u. Door het gebruik van een turbo met intercooler levert de motor bij 1.600 tpm zijn maximale koppel. Alle paarden zijn pas paraat bij 6.100 tpm. De top ligt daarmee op 241 km/u.
De 2.0 Ecoboost
Om uitstoot en verbruik naar beneden te halen is er in de nieuwste ST gekozen voor een wat zuiniger motorblok. Ten opzichte van de 2.5T moet de nieuwe 2.0 Ecoboost een halve liter cilinderinhoud missen. Daarmee is de nieuwste ST slechts een viercilinder. Maar de tijd heeft niet stil gestaan, dankzij innovatie is het blok zelfs krachtiger dan zijn voorganger. Door gebruik te maken van een dubbele en onafhankelijk bestuurbare variabele nokkenasverstelling (Ti-VCT) weet Ford 15% aan brandstof te besparen. Met 250 pk bij 5.500 tpm en 340 Nm koppel vanaf 2.000 tpm, is er op het gebied van prestaties niets te klagen. 0-100 km/u gaat in 6,5 seconden. Uitputting treed pas op bij 248 km/u.
Testen
Omdat we weten dat de theorie niet altijd gelijk is aan de praktijk laten we de twee Focus ST’s naar ZIPtuning komen voor een praktijktest. Als eerst gaan we een stukje rijden met een Focus ST 2.5T uit 2009. Het oranje gevaarte laat na het omdraaien van de sleutel meteen zijn voordeel blijken. De motor klinkt prachtig diep en sportief. Je weet meteen dat je met iets speciaals te maken hebt. De trekkracht onderin is erg prettig en de snelheidsbeleving is opvallend hoog. Door de gelijkmatige opbouw van vermogen sprint de ST snel en vloeiend naar de gewenste snelheid. Daarbij merken we op dat het blok lekker gretig is en behoorlijk hoog in de toeren kan klimmen. Het uitstekende onderstel en de voorwielaandrijving hebben geen probleem met de krachten. Dat laat ons al snel verlangen naar nog wat meer vermogen.
De overstap naar de nieuwe Focus (2013) stelt ons in eerste instantie een beetje teleur. Na de druk op de startknop komt er een wat saaie noot uit het uitlaatsysteem van de gele ST. Wanneer we de bestuurdersdeur sluiten en het pand in Houten verlaten verdwijnt dat al gauw. De auto is perfect in balans en laat het EcoBoost blok optimaal voor zich werken. Moeiteloos zit de vijftig kilo lichtere ST op hoge snelheid. Het wat comfortabelere onderstel is nog steeds ontzettend goed en ook de besturing weet te imponeren, al is die wat minder strak. Met een sound composer heeft Ford het viercilindergeluid opgepoetst tot een sportieve brom. Leuk alleen in vergelijking met de vijfcilinder minder spectaculair. Eigenlijk geldt dat voor de hele auto. De nieuwe ST is op alle punten beter en bruikbaarder dan de oude, alleen is het scherpe randje ervan af. Op de dynobank uit zich dat in een zeer gelijke opbouw van vermogen en koppel over een breed toerengebied. Daarnaast is er nauwelijks sprake van een turbogat. Alles gaat zo soepel en gemakkelijk dat de ST meer een snelle allrounder is geworden dan een sportauto.
Chiptunen
Bij de ontwikkeling van chiptuning voor beide Focus ST-en hebben we als intentie gehad om de zwakke punten van de motoren te verbeteren en de sterke punten uit te vergroten. Het was daarbij niet de bedoeling om zo veel mogelijk pk uit het blok te halen. Het doel was om tuning te ontwikkeling die dagelijks inzetbaar is, niet inlevert op duurzaamheid en het rijplezier vergroot. In beide gevallen moeten we zeggen dat we zeer enthousiast zijn over het resultaat.
2.5T chiptuning
Bij de 2.5T hadden we vooral behoefte aan nog meer snelheid.
2.0 EcoBoost chiptuning
De tweeliter EcoBoost had naar onze smaak wat meer spektakel nodig. Met een verbeterde afstellingen bereiken we 275 pk vermogen en 400 Nm trekkracht. Een forse stijging die dankzij veelvoudig testen en verbeteren perfect aansluit bij de eisen van de gemiddelde ST rijder. De praktijktest is spectaculair. De motor is extreem goed bij de les. Kracht wordt prachtig mooi opgebouwd en de versnellingsbakverhoudingen passen nu nog beter bij de motor. Inhalen resulteert in een snelle tussensprint en ook van 0 naar 100 km/u wordt een niet misse 5,5 seconden afgerond. De top van 263 km/u voldoet aan ieders eisen en ook het gretigere motorkarakter zal niemand teleurstellen. De ST met ZIPtuning doet sterk denken aan Audi’s S-modellen. Een allround inzetbare sportauto met fenomenale prestaties, en dat uit een viercilinder.
ZIP oordeel
Ondanks de cilinder minder is de nieuwe ST de betere auto in het dagelijkse gebruik. Hij verbruikt veel minder, is comfortabeler en op gewenste momenten ook zeer dynamisch. De ST van het oude model is meer hardcore. Een straf onderstel en de roffelende vijfcilinder geven hem een krokant laagje en maken hem leuk. Met chiptuning komen de twee generaties wat dichter bij elkaar te liggen. Beide worden een fors stuk sneller. De nieuwe krijgt wat spektakel terug en de oude moet het vooral hebben van een verbeterde drivability en souplesse. Twee zeer leuke hothatches die ongetwijfeld uitgroeien tot ware klassiekers. Afhankelijk van je smaak kies je voor een 2e of 3e generatie.