Chiptuning Dynowar N54 N55

Van zes terug naar vier cilinders of van twee turbo’s terug naar één. Het lijken compromissen, toch is het anno 2013 de werkelijkheid. Downsizen is trending en autofabrikanten innoveren erop los. Zijn de nieuwe motoren wel echt beter dan de oude? De testbank biedt uitkomst, waarmee we motoren kunnen vergelijken. We trappen af met de 335i van BMW. Let the dynowar begin!

De BMW 335i begon zijn leven met een dubbel geblazen N54 TwinTurbo blok. Later werd de N54 opgevolgd door de huidige N55, die het met slechts één turbo moet doen. Een achteruitgang, of toch niet? Wij zoeken het uit!

Voor de test gaan we gebruik maken van een handgeschakelde N54 en N55 335i. De DCT automaat zetten we buitenspel aangezien er bij deze versnellingsbak gekozen is voor een hydraulische pomp en afwijkende overbrengingsverhoudingen, wat leidt tot een groter vermogensverlies aan de wielen. We willen geen appels met peren vergelijken.

de N54

De N54 is een 306 pk en 400 Nm sterke drieliter zes-in-lijn motor. Door toepassing van twee lage druk turbo’s van beide 0,5 bar is de rijervaring van een atmosferisch blok gecombineerd met de prestaties van een turbomotor. De motor is voorzien van directe inspuiting en piezö injectoren. Kenmerkend is de brede vermogensafgifte over het hele toerenbereik en de afwezigheid van een turbolag. Voor deze eigenschappen kreeg de motor dan ook de ‘Engine Of The Year Award’.

de N55

In 2009 kwam BMW met de N55, de opvolger van de N54. De nieuwe 335i moet het, in tegenstelling tot de N54, doen met maar één turbo. De enkele turbo compenseert het missende exemplaar door het toepassen van de Twin-Scroll techniek. De motor levert dan ook hetzelfde vermogen en koppel als de N54; 306 pk en 400 Nm. De N55 is in tegenstelling tot zijn voorganger voorzien van de tweede generatie Valvetronic. Hierdoor is het verbruik van de nieuwe 335i in theorie een stuk lager. Om het gewicht terug te dringen is het motorblok niet meer helemaal van aluminium maar bestaat het deels uit magnesium. BMW heeft ook concessies gedaan. De dure piezö injectoren van de N55 zijn vervangen door goedkopere solenoids. Deze zijn minder precies.

Testen

We hebben de laatste jaren heel wat N54 en N55 blokken voorbij zien komen. De motoren mogen dan op papier hetzelfde vermogen leveren, als liefhebbers weten we dat een piekvermogen maar een heel klein deel van het verhaal is. Wat doen de motoren over de hele linie?

Als eerst gaat de 335i N54 op de testbank. De motor blijkt zeer stabiele waarde te leveren. De in de afgelopen jaren geteste 335i’s met N54 blok wijken qua vermogen en koppel gemiddeld maar 4% van elkaar af. Voor een turbomotor is dat opvallend goed, zeker gezien de variatie in luchtdruk en luchtvochtigheid. Vergelijken we de vermogenskromme van onze N54 met die van de N55 dan valt meteen op dat de nieuwere 335i, 11 pk lager piekt. Tot 4.000 tpm is er tussen de motoren weinig verschil in vermogensafgifte. Tussen de 4.000 en 5.000 tpm heeft de N55 voordeel. Kom je daarboven en schiet de toerenteller richting het rood, dan heb je het meeste vermogen in de N54.

Het is geen verrassing dat de N55 hoog in de toeren sneller instort. De nieuwe generatie doet het immers met een turbo minder. Had BMW gekozen voor een groter exemplaar, dan was er meer lucht (en dus meer power) bij hoge toeren, maar was de turbolag groter geweest. Kijken we echter naar de koppelkromme dan is de N55 nipt de winnaar. De N55 piekt hoger (410 Nm) dan de N54 (385 Nm) en houdt dit in het middengebied ook langer vast. Vanaf ongeveer 5.000 tpm gaat de N54 de N55 voorbij. Wegens zijn dubbele turbo weet deze meer lucht de motor in te persen, en dus bij hoge toeren meer koppel te vergaren. Het koppel van de N55 is beter inzetbaar.

Geoptimaliseerde motorafstelling

Uit ervaring weten we dat de N54 en N55 zich uitstekend lenen voor tuning. Ons team was een aantal jaren geleden in staat als een van de eerste ter wereld de N54 te tunen. Voor de ontwikkeling hebben we zelfs een eigen 335i aangeschaft. De media waren laaiend enthousiast over de behaalde resultaten. Een geoptimaliseerde motorafstelling maakt van de 35i broertjes echte M3 killers! De N54 heeft iets meer potentieel dan de N55. Dat komt doordat de turbo’s van de N54 maximaal 0,5 bar druk draaien, terwijl die van de N55 afgesteld zijn op 0,7 bar. De N54 heeft hierdoor meer reserves.

N54 tunen

Na een urenlang proces van afstellen en testen komen we met onze test N54 uit op ongeveer 370 pk en 500 Nm. Een winst van maar liefst 54 pk en 100 Nm. Als we een stukje gaan rijden merken we hoeveel goeds de afstelling heeft gedaan. De 335i reageert beter op het gas en bezorgt je bij accelereren spontaan kippenvel. De kwaliteit zit hem in het feit dat de auto heel lui en comfortabel te berijden valt en met het intrappen van het gaspedaal verandert in een serieuze sportwagen. Wat een ontzettend fijne allrounder!

N55 tunen

De N55 behaalt met tuning eveneens indrukwekkende resultaten. Een verbeterde drivabilty, 350 pk en 540 Nm geven de 335i rijder een brede lach op het gezicht. Elke, door ons op maat getunede 335i, zal minstens een halve seconden sneller naar de 100 sprinten. Maar dat is niet het belangrijkste, dat is de verhoogde ‘freude-am-fahren’ factor. Wij zijn er trots op!

ZIP oordeel

Hoog in de toeren is de N54 door zijn dubbele turbo in het voordeel. De N55 weet het ontbreken van die tweede turbo keurig te verbloemen. De N55 heeft in het middengebied meer te bieden en reageert daarnaast beter op het gas.

Concluderend kunnen we stellen dat er  ondanks de fysieke verschillen, qua prestaties weinig verschil is tussen de twee motoren. Een hele grote prestatie van BMW. Zetten we de door ons aangepaste modellen naast elkaar dan wordt het alleen maar beter. Een snellere gaspedaalrespons en verhoogde drivabilty maken de 335i’s tot waren sportwagens. De N54 en N55 zijn pareltjes van motoren waar menig fabrikant nog een puntje aan kan zuigen.